Gast in Beth-El Rondom het huis van God ontmoeten we elkaar

In gesprek met Arie Bons

Wilt u zich kort voorstellen?

Mijn naam is Arie Bons. Samen met mijn vrouw Magda, wonen wij al ruim 30 jaar aan de Zwaluwstraat te Sliedrecht. Na 43 dienstjaren bij de Rabobank ben ik met vervroegd pensioen gegaan. Mijn werkzaamheden door de jaren heen bestonden in hoofdzaak uit controle-activiteiten en het behandelen van fraudezaken. Met een tweetal broeders van andere kerken, mocht ik, door de leiding van de Heere, in 1996 het Diaconaal Maatschappelijk Werk oprichten, waar ik ook nu nog als voorzitter aan verbonden ben. Verder doet mijn vrouw het meest, en ik wat minder aan het huishouden. We passen zo nu en dan op één van onze kleinkinderen. Verder besteed ik de nodige tijd aan Bijbelstudie en onderzoek interessante onderwerpen. Nog niet zo lang ben ik aan ons evangelisatiewerk verbonden en zorg met name voor Bijbels en foldermateriaal. Aangevuld met wat andere hobby’s, heb ik geen moeite de dag door te brengen.

Waarom gaat u naar de kerk?

God is het grootste goed voor een mens, en daarom moet er echt wat aan de hand zijn wil ik een kerkdienst missen, wat ook voor mijn vrouw geldt. Het is enerzijds uit goede gewoonte dat ik naar de kerk ga, maar het belangrijkste is om te midden van de gemeente te zijn, daar waar God bijzonder wil werken. Mijn kerkgang is gericht op een zegen van God. Om voedsel te krijgen voor het dagelijks leven en om geestelijke vruchten te mogen voortbrengen, dit alles met gebed en in het besef zonder Hem niets te kunnen.

Hoe beleeft u een kerkdienst?

Van belang is de kerk, de dienaren en de gemeente in het gebed thuis op te dragen. Door de jaren heen ben ik wel anders gaan luisteren, meer bewust. Onlangs las ik een uitspraak van iemand die zei: tegenwoordig preken de mensen mee. Dan let je dus niet alleen op wat er wordt gebracht, maar ook hoe. Van belang is hier het juiste evenwicht in te vinden. Tijdens een kerkdienst doe ik mee en zie uit naar het werk van de Geest van God. En wanneer die werking er mag zijn, is dat voor mij altijd bij verrassing. Regelmatig ga ik in de week verder met het gedeelte waar het op zondag over ging, of werk ik voor op wat komen gaat bij vervolgstof.

Wie is God voor u?

God is voor mij de Levende, van wie ik alles heb mogen leren verwachten. Toen ik 32 jaar was kwam ik op de kandidatenlijst voor diaken en werd gekozen. Ik dacht toen: wat moeten ze daar toch met mij. Echter de zaak ging bij mij leven en de Heere kwam over met Psalm 32:8 “Ik zal u onderwijzen, en u leren van de weg, die gij gaan zult; Ik zal raad geven, Mijn oog zal op u zijn”. Maar de Heere deed meer, het werd voor mij ook een inwendige roeping. Nu is er de wens, en het gebed, dat God nog velen uit de wereld haalt en tot Hem trekt en ook zij de liefde van God mogen ervaren.

Hoe bent u in de Beth-El kerk terecht gekomen?

Door mijn ouders. Van oorsprong waren wij Nederlands Hervormd, maar zo rond de tijd dat dominee Tanis zijn beroep naar onze gemeente aannam, zijn mijn ouders overgegaan naar wat nu de Beth-El kerk heet. Als nog jonge kinderen gingen wij gewoon mee. Mijn ouders gingen na verloop van tijd opnieuw over naar een ander kerkverband, maar toen besloot ik in de Beth-El kerk te blijven. Door de trouw van de Heere alleen, ben ik nog steeds lid van onze kerk.

Wat betekent de gemeente voor u?

Het is een zegen dat er gemeenten zijn. En wanneer er sprake mag zijn van een geregeld kerkelijk leven, is dat een nog grotere zegen. En wanneer de gemeente gericht is op God, door middel van onderwijs, geestelijke gesprekken, onderlinge contacten en betoon van naastenliefde, bereiken wij volgens mij het hoogst haalbare hier beneden. Echter gezien persoonlijke en kerkelijke zonden mag ik dit niet idealiseren. Wij blijven zondaren en wij blijven een zondige gemeente. Het is dan nogmaals alleen aan de trouw van God te danken dat ook onze gemeente nog mag bestaan en de Heere Zijn bemoeienissen met ons wil houden.